Laatste column Loes

Schrijfster en columniste Loes Claerhoudt, is woensdag 28 oktober overleden. Loes (58) leed sinds 1999 aan de spierziekte ALS. Ze schreef hierover vele persoonlijke columns voor het AD Utrechts Nieuwsblad. Ook schreef ze in de zomer van 2012 de column in ons ‘Nieuws uit het park’.

In haar laatste column, twee weken voor haar dood, speelt het Wilhelminapark een grote rol. U leest hem hier.

Heimwee

Ongeveer tien jaar geleden merkte mijn ergotherapeut van het ALS–team uit de Hoogstraat op, dat ik blij mocht zijn met het Wilhelminapark zo om de hoek. Dat ik daar wel veel gebruik van zou maken. Toen was ik bijna beledigd omdat mijn actieradius nog zoveel groter was.

Ik reed bijvoorbeeld op mijn ligfiets naar Huizen met het plan om samen met onze zoon Jan, toen twaalf jaar, een rondje IJsselmeer te doen. Maar na één overnachting bij een mevrouw van ‘Vrienden op de Fiets’ wilde Jan weer naar huis. Heimwee. . .

Heimwee is ook een vast onderdeel van mijn eigen leven. Toen ik net ziek was, dacht ik vol weemoed terug aan de tijd van jeugd, gezondheid en onbegrensde toekomst. Laatst nog bekeek ik een fotoalbum uit 1995.

Een 38 jaar jonge vrouw, stoer, slank en aantrekkelijk (al zeg ik het zelf), schildert deuren en timmert vloeren in het pas gekochte huis, waarin we nu nog wonen. Kleine jochies drentelen om haar heen. Een paar bladzijden verder zie je foto’s van een groot feest met wel honderd gasten. ‘Das war einmal’, hoorde ik mezelf mompelen. Waarschijnlijk herkenbaar voor velen met mij.

Maar tegenwoordig heb ik heimwee naar de jaren van de ligfiets, de diverse vakanties, de jazzoptredens. Kortom, naar de beginjaren van de ALS waarin ik van alles ondernam. Wat kon ik nog veel in vergelijking met nu!

Bij ziek zijn hoort het woord ‘beter‘. Ik weet dat ik niet beter word en dat went nooit. Maar terugkijken op tijden dat het beter ging, kan natuurlijk wel. Het leven was bij het begin van de ziekte ook buitengewoon moeilijk, maar betrekkelijk eenvoudig vergeleken met nu.

Geen gesprek meer kunnen voeren, eindeloos doen over een boterham en dan die ontstellende moeheid. . . Maar gelukkig is het Wilhelminapark om de hoek en dankbaar maak ik daar dan ook een paar keer in de week een ommetje.