Ons park: pretpark of oase van rust?

Tijdens een speciale bijeenkomst op 30 mei in het University College is druk gediscussieerd over de toekomst van het Wilhelminapark.

Onder leiding van gepreksleider James van Lidth de Jeude passeerden allerlei zaken de revue. In eerste instantie kwamen vooral klachten van buurtbewoners over zaken als vuil en andere overlast in het park aan de orde. Helder was dat het park leeft en dat men zich betrokken voelt bij het wel en wee ervan. Iedereen deelde de mening dat het park ongelooflijk veel intensiever gebruikt wordt en dat er daarom flink ingezet moet worden op beheer en onderhoud.

Wat eerst?
Hoe dit te doen en waar daarin de prioriteiten te leggen was lastiger. Vooral nu de financiën om dat beheer en onderhoud uit te voeren juist minder worden. Waar kies je dan voor? Moet er symptoombestrijding plaats vinden door het plaatsen van meer prullenbakken, het uitdelen van boetes, het inrichten van vaste barbecues? Of moet er ingezet worden op gedragsverandering? Mensen motiveren hun rotzooi mee naar huis te nemen. Jongeren leren dat zuipen in het park en het kapot gooien van lege flessen niet de norm zijn. De meningen liepen daarover uiteen.

Betrokken bewoners
Het was prachtig om te zien dat na een spontane oproep om vrijwilligers zich ongeveer dertig mensen aanmeldden. Betrokken wijkbewoners die begrijpen dat wanneer financiën een probleem zijn, je zelf een helpende hand kan toesteken. Je verkleint daarmee het probleem niet alleen, maar zet ook een gedragsverandering in gang. Hiermee kan ook de kern van de avond worden weergegeven. Iedereen geeft om ons prachtige Wilhelminapark, dat door het intensieve gebruik steeds meer onder druk komt te staan. Dat daar wat aan gedaan moet worden is helder. De stichting Wilhelminapark zal daar, samen met de inzet van de vele vrijwilligers, de discussie met de gemeente over (blijven) aan gaan om te bewerkstelligen dat in een goede balans van gebruik en behoud een uniek park gewaarborgd blijft.