Het beeld Wilhelmina

Het beeld Wilhelmina

Komende vanuit de stad staat het beeld van Wilhelmina aan de linkerkant van het Loolaantje. Een imposante gestalte. Dit bronzen monument beeldt de vorstin uit in driekwart mantel met grote bontkraag, geïnspireerd door foto’s van het moment waarop koningin Wilhelmina op 13 maart 1945 na haar ballingschap voet zette op Nederlands grondgebied in Zeeuws-Vlaanderen.

De koningin is uitgebeeld als stoere, onverzettelijke vrouw. Dit beeld geldt dan ook als monument voor het Nederlands verzet. Beeldhouwer Mari Andriessen heeft het gemaakt ter ere van Wilhelmina’s tachtigste verjaardag. Zij weigerde echter mee te werken aan een monument dat tijdens haar leven zou worden opgericht. Bijna tien jaar nadat het eerste idee was ontstaan werd het beeld op 6 september 1968 door Koningin Juliana onthuld. Het toont sterke verwantschap met het beeld van Charlotte van Pallandt, dat in hetzelfde jaar in Rotterdam werd onthuld. De tekst op de lage sokkel luidt: Koningin Wilhelmina 1880-1962.

Mari Andriessen

Andriessen kwam uit een katholieke familie. Zijn grootvader Willem Vester was kunstschilder, evenals zijn moeder Gesina Vester. Zijn vader was de musicus Nico Andriessen. Van zijn broers werd Willem een bekend pianist en Hendrik een vooraanstaand componist. Mari volgde eerst de Haarlemse Kunstnijverheidsschool en daarna de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, gevolgd door de Academie van de beeldende kunsten in München. Op de academie kreeg hij les van de legendarische professor Jan Bronner.

Periode tot 1945

De jaren tot en met de oorlog waren voor hem en andere beeldhouwers moeilijk. Er waren weinig opdrachten. Andriessen leefde toen vooral van portretopdrachten. Daarnaast kreeg hij de taak om de beelden van het destijds nieuwe stationsgebouw van Utrecht te maken. De periode 1940-45 gaf een beslissende wending aan zijn leven en aan zijn werk. Andriessen moest als ‘Arisch kunstenaar’ lid worden van de op nationaalsocialistische leest geschoeide Nederlandsche Kultuurkamer, wat hij weigerde. Hierdoor kreeg hij geen opdrachten en mocht hij niet exposeren. Andriessen hield in zijn huis Joodse onderduikers verborgen en het verzet had in Andriessens atelier een wapendepot.

Na de oorlog

Toen de oorlog afgelopen was, wilden vele gemeenten een oorlogsmonument hebben. Slechts weinigen wisten hoe een dergelijk monument eruit moest zien. Van zijn leermeester Bronner had Andriessen geleerd dat een beeld duidelijk, helder en overzichtelijk moest zijn. Hij liet zich inspireren door Belgische en Franse (Auguste Rodin). Samen met Wessel Couzijn en Nic Jonk nam Mari Andriessen het initiatief tot de Academie ’63, die later is omgezet in Ateliers ’63.

In museum Beelden aan Zee in Scheveningen zijn gipsmodellen te bekijken van het beeld van Wilhelmina.

Ook is er een film te zien waarin koningin Juliana het beeld onthult in ons park.